Titel: ‘…De vorm zal u toegeworpen worden’
Auteur: Paul Mijksenaar

Ouverture: Enkele voorbeelden

voorbeeld 1
Soms moet vormgeving meer visuele informatie bieden. Zo werd er een auto aansteker uitgevonden omdat het handig en minder gevaarlijk is in een auto. Maar in de film ‘Mon Oncle’ gooit de passagier van een bestuurder de aansteker uit het raam als zijnde een aansteker.

Voorbeeld 2
Rond 1989 bedacht grafisch ontwerper Hans van der Kooy een geschematiseerde lijnenkaart voor het Amsterdamse gemeente vervoerbedrijf. Wat zelfs een ION-erkenning kreeg. Maar niemand begreep de kaart. Datzelfde probleem had zich eerder voorgedaan bij de kaart van de New Yorkse ondergrondse, ontworpen door Massimo Bignell in 1977. Die kaart werd in 1979 al vervangen door een topografische oplossing van John Taurenac.
In die tijd had een studiegroep van de Technische Universiteit Delft haar eindverslag van een onderzoek naar de effectiviteit van het beroemde schema van de Londense Underground (ontworpen door technisch tekenaar Henry Beck in 1933) al gewezen op mogelijke oorzaken: Door schematisering van de werkelijkheid raakt het verband met diezelfde werkelijkheid zoek. Daarom is bij fijnmazig vervoer herkenbaarheid van de realiteit van groot belang.
Londen heeft daarom aparte kaarten voor het busnet die zijn bedacht door de Britse architect Andrew Holmes. De buslijnnummers staan aangegeven in grote cirkels op de plaats van kruispunten waardoor het duidelijk en makkelijk te volgen werd.
De Delftse studiegroep kwam erachter met behulp van hun eigen ontwerp dat de beste oplossing soms een compromis is, een combinatie van de sterke kanten van verschillende concepten. In het Delftse ontwerp word in het hart van Londen het verloop van de lijnen topografisch correct weergegeven, maar daarbuiten alleen schematisch.

Voorbeeld 3
In 1986 verongelukte ruimteveer Challenger bij de lancering op Cape Canaveral. De oorzak lag vermoedelijk bij een mankement aan een afdichting: een rubberen O-ring.
In het rapport werd een grafiek gepresenteerd met mankementen aan de ringen bij eerdere lanceringen. Die toen wel op tijd waren ontdekt.
Edward Tufte is van mening dat, indien de gegevens op een betere manier getoond waren, er een verband zichtbaar was geweest tussen de kans op falen van de O-ringen en de lage temperatuur.

Voorbeeld 4
Entrees van station Maliebaan, Utrecht, het huidige spoorwegmuseum en voormalige administratiekantoor van de ‘Gemeentetram’ in Amsterdam dateren uit de tijd dat architectuur zorgde voor duidelijke ingangen van gebouwen. Hoewel er een kentering valt op te merken onder de nieuwe generatie architecten, is er met hun aandacht op herkenbaarheid van functies aan de gebouwen en vindbaarheid van binnen, iets mis gegaan. Toch is al in de ontwerpfase van een gebouw zeer goed aan te geven op welke plekken bezoekers informatie nodig hebben (schema) en – wat belangrijker is – hoe een goede structuur informatie over routes en bestemmingen overbodig kan maken.
Voorbeeld 5
Het Swatch horloge hielp de Zwitserse horloge-industrie uit het slop. Maar goed de tijd aflezen kan niet.

Voorbeeld 6
Vaak is de ontwerper de tekst liever kwijt dan rijk en overheersen zijn kunstzinnige aspiraties. Voorbeelden zijn volop te vinden in hedendaagse grafische vormgeving.

voorbeeld 7
Rond 1980 had vliegtuigfabrikant Fokker problemen met zijn deuren. De TU-Delft concludeerden dat de problemen vooral werden veroorzaakt door een veel te ingewikkeld sluitingsmechanisme, met andere woorden: elke vorm van visuele instructie zou niet meer dan een lapmiddel zijn geweest. Op basis van een functie-analyse kon de TU delft een advies voor verbetering geven.
In het boek Dicatuur van het design door: Donald Normans betoogt Norman dat het ontwerp ‘de zaak’ onvoldoende zichtbaar maakt. Vaak hebben bedieningselementen meerder functies, maar ontbreekt er soms een terugkoppeling, ‘feedback’ in vakjargon.

Vorm of Functie?

Vormgevers ambiëren het vermogen om door andere disciplines gevonden waarden en uitgangspunten samen te voegen tot een bruikbaar geheel dat meer waard is dan de som der delen.

Vormgeving van wat?
Deze vraag impliceert dat vormgevers ‘het doen’ met iets dat al bestaat. In dit geval gaat het om vormgeven van informatie en dan de aanwijzingen over het gebruik van een product. Want het gebruik van een product kan aanvullende visuele informatie noodzakelijk maken.

Welke vorm?
Tegenwoordig geldt: ‘function can have any form’. De zinsnede is een afgeleide van het bekende, soms omstreden credo ‘form follows function’, toegeschreven aan de Amerikaanse architect Louis Sullivan. Een voorbeeld hiervan zijn schepen zo moest de functie zich aanpassen aan de vorm. Maar ook emotie en sociale en culturele behoeften zijn bepalend voor de functie. Vormgeving werd in de eerste plaats een middel om constructie en functie samen te smeden. Als het resultaat bevredigde ontstond vanzelf de esthetische meerwaarde. Ook is er bij vormgeving steeds sprake van drie onlosmakelijk verbonden elementen dei Vitruvius 2000 jaar gelede al heeft opgeschreven:

Firmitas: Duurzaamheid,sterkte
Utillitas: Nuttigheid, bruikbaarheid
Venustas : Bekoorlijkheid, schoonheid

Deze eigenschappen zijn aan te passen met de ‘3B-formule’: betrouwbaarheid, bruikbaarheid en bevrediging. De drie B’s verhouden zich onderling om een goed product op te kunnen leveren, voor dit is ook een grafiek ontwikkeld: een ster vorm bestaande uit drie assen in de vorm van een soort thermometers, waarop de relatieve grootte per eigenchap van een product kan worden uitgezet. Het voordeel van deze grafiekvorm is niet alleen de mogelijkheid om per product prioriteiten vast te stellen, maar vooral het vermijden van de invloed van dogma’s.
Twee voorbeelden van dogma’s:
- Rond 1920 gaf dr Walter Portsmann de voordelen aan van het uitsluitend gebruik van onderkast. Veel grafisch ontwerpers namen dit over en schafte de hoofdletters af. Toch had het leesbaarheidsonderzoek rond 1960 aangetoond dat de herkenbaarheid van namen vooral bij zoektaken beduidend toenam door elke naam of zin te laten beginnen met een hoofdletter.
- Een ander dogma is dat pictogrammen slecht tot communicatieve ‘ruisvorming’ zouden leiden en daarom inferieur waren aan in betekenis immers volstrekt eenduidige tekst. De eerste ‘rode’ Michelingids uit 1900 toonde al het voordeel van pictogrammen, namelijk hun compactheid.
Vormgeving heeft immers de unieke mogelijkheid om informatie
- te benadrukken of af te zwakken
- te vergelijken of er rangorde in aan te brengen
- te groeperen of te sorteren
- te selecteren of weg te laten
- herkenbaar te maken of te laten verrassen
- op onderhoudende wijze te presenteren.

Visuele Informatie

Het Cartesiaanse Coördinatenstelsel is de eerste grafische voorstelling van een verandering. Zij wordt toegeschreven aan Nicolas Oresme. Gegevens plaatste hij als verticale kolommen op een horizontale as van links naar rechts de hoogte van de verticale kolommen drukte de intensiteit uit.
Een ander belangrijk voorbeeld van een grafische voorstelling is die Charles Joseph Minard. In de afbeelding hiernaast te zien. Minard combineert op briljante wijze statistische informatie met topografische gegevens.
Grafische voorstellingen vergen een zekere mate van intellectuele scholing. Beeld is niet ‘gemakkelijker’, maar vooral beknopter, compacter, overzichtelijker en, als het goed gedaan is, indringender. Dit werd erkend door Otto Neurath die zijn isotype-methode introduceerde. De kern van deze methode werd gevormd door een ‘visueel woordenboek’. Uiteindelijk bleef het werk van Neurath een inspiratiebron voor grafisch ontwerpers hij heeft wel bijgedragen aan het ontstaan van pictogrammen en indirect van ‘infographics’. En met de voortschrijdende ontwikkeling van grafische computerprogramma’s ligt het voor de hand dat bewegende infograpihics de volgende stap is.
Grafische voorstellingen zijn onderdeel van statistische informatie die geschikt zijn voor het weergeven van veranderingen, trends en verhoudingen. Zo brengt cartografie delen van onze wereld en de kosmos in beeld, verwijzen pictogrammen compact en snel herkenbaar naar begrippen of functies, brengen illustraties, prodructen of delen daarvan tot leven en geeft tenslotte tekst informatie waar het aflezen van exacte gegevens van belang is.
De keuze van deze beeldmiddelen hangt vooral af van de mate van abstractie van de informatie, en er bestaat slechts een globaal inzicht in het verband tussen het type informatie en de vorm die haar het best doet uitkomen.

Grafische Variabelen

Bertin onderscheidt grootte, toonwaarde, textuur, richting, kleur en vorm. Uniforme, maar exacte getallen maken plaats voor visueel opvallend sterke, maar minder nauwkeurig waarneembare verschillen. Kleur en vorm geven zelfs in het geheel geen kwantitatieve verschillen aan en zijn min of meer willekeurig gekozen. Niettemin maken zij het mogelijk om bijvoorbeeld categorieën te onderscheiden.
Er kan een tweedeling worden gemaakt tussen hiërarchische variabelen die een verschil in belang en onderscheidende variabelen die een verschil in soort aangeven. Hiërarchische variabelen kunnen we verbeelden door middel van grootte en toonwaarde, en onderscheidende variabelen via kleur en vorm.
De indeling van visuele beeldmiddelen maakt het mogelijk om vooraf de inhoudelijke elementen van bijvoorbeeld een instructieboek of een bedieningspaneel, maar ook van een brochure of een tijdschrift te analyseren en daar vervolgens geschikte variabelen aan toe te kennen. Hiervoor is een matrix ontwikkeld.
Hulde aan het alledaagse

Vele vormgevers laten zich door beeldende kunst inspireren. Maar ze zouden zich veel meer moeten laten beïnvloeden door de visuele rijkdom van alledaagse producten.

Experiment of Vakmanschap

De belangrijkste drijfveren van een grote groep ontwerpers zijn: zelfexpresie, creativiteit, experimenteren en ‘grensverleggen’.
Nederland kent (op de gebroeders Das na) nauwelijks een traditie op het gebied van wetenschappelijk en technisch illustreren.

Ontwikkelingen

Met de grootschalige introductie van micro-elektronica is het aantal functies per product duizelingwekkend gestegen. Het gevolg van deze ontwikkeling is steeds dikkere gebruiksaanwijzingen, steeds complexere bedieningspanelen en overvolle plattegronden.
Visuele informatie maakt gretig gebruik van nieuwe beeldvormen die ontleend zijn aan de fotografie, de film, het stripverhaal en de technische illustratie.






Massimo Vignelli
Massimo Vignelli (geboren januari 1931 in Milaan , Italië ) is een ontwerper die werk heeft verricht op een aantal gebieden, variërend van collo aan huishoudelijke ontwerp tot meubelontwerp tot publieke bewegwijzering naar showroom ontwerp tot Vignelli Associates. Hij heeft gezegd: "If you can design one thing, you can design everything," en dit komt tot uiting in zijn brede scala aan werkzaamheden.
Vignelli werkt stevig in de modernistische traditie, en richt zich op eenvoud door het gebruik van geometrische basisvormen in al zijn werk.
lijnenkaart NewYorkse Subway,
1977-78
Falkplankaarten vs Michelinkaarten
Voorbeeld op schiphol,
dat hoofdletters best handig zijn.
Samenvatting
Napoleon’s Invasion of Russia Door: Charles Joseph Minard
Kwartaal 2